Digitale identiteit – spannend! Lukt dat?
De mens is een vreemd wezen als het om zijn identiteit gaat: enerzijds maakt hij account na account aan op het internet, anderzijds is hij als de dood dat zijn identiteit ‘op straat komt te liggen’. Zijn paspoort, dat hij elk moment kan kwijtraken, is hartstikke veilig, over zijn DigiD twijfelt hij enorm.
Jezelf (laten) registreren is al zo oud als de wereld. In China deden ze dat al 2000 jaar voor Christus, in de zin van het registreren van families. In Engeland vanaf de 16e eeuw via de kerkparochie, waarmee ook meteen een beeld van de armoede onder de bevolking kwam bovendrijven. In Nederland sinds Napoleon hier de baas was. Waarom is de digitale registratie anno nu dan zo lastig? Dat bespreken de deelnemers in deze podcast van DataChecker.
Tachtig is niet prachtig
Henk Marsman, deskundige bij uitstek op het gebied van digitale identiteit, meent dat als de digitale registratie goed wordt aangepakt, je de wereld een stukje beter kunt maken. Maar dan moet het zo zijn uitgevoerd, dat echt iedereen een digitale identiteit heeft, en er niet een deel van de bevolking achterblijft.
De kreet ’80 = prachtig’ waar bedrijven nog wel eens mee schermen als het om digitale pasjes gaat, mag niet opgaan voor de overheid. Er mag geen 20 procent achterblijven die daardoor geen toegang heeft tot bijvoorbeeld gezondheidszorg of bankzaken. Of armoedebestrijding. De overheid mag en kan zich dat niet permitteren, vindt Marsman. Die moet altijd voor 100 procent gaan.
Er zijn zoveel digitale identiteiten, je bent overal iemand anders: op de sportclub, in de drankwinkel, in de supermarkt met je spaarkaart, bij het tankstation. We zitten al lang en breed in een digitale wereld waarin we zo goed mogelijk moeten functioneren. Elke branche heeft zijn eigen gegevens van degenen waarmee ze te maken hebben.
Werkt dat wel op de telefoon?
Een digitale identiteit is spannend, vinden de mensen. Want wie weet of het echt werkt, zo, op mijn telefoon? Als er ooit één digitale identiteit wordt ingevoerd voor alle diensten en leveranties, moet dat 100 procent zijn. Anders blijven er altijd mensen achter, die dingen niet kunnen doen omdat ze geen digi-identiteit hebben. Dat blijf je altijd houden, meent Marsman. Daarom moet er altijd de mogelijkheid open blijven dat mensen kunnen bellen om zich ergens voor aan te melden of om een probleem te laten oplossen. Desnoods door een mobiel team, dat kan uitrukken als iemand hulp nodig heeft.
Want behalve het voor iedereen toepasbaar maken, zit je met veel verschillen in opleidingsniveau en leeftijd, in cultuur én met veel verschillende doelgroepen. Niet alleen hier in Nederland, maar overal ter wereld. En waar in het hele traject raakt de mens dan zijn eigen handelen kwijt. Zo van: je doet altijd al zo, dus morgen doe je dat ook!
Digitale kruimels te over
Ooit, menen de podcast-deelnemers, komt er een verschuiving van de macht en krijgen we het gevoel dat we klem zitten met al dat gedigitaliseer. Dat we gemanipuleerd zijn. De overheid zou hier een opvoedende rol in moeten spelen, maar hoever gaat die rol?
Al die digitale kruimels die we achterlaten, die bits en bytes: Klein Duimpje is er niets bij. En alle platforms en bedrijven verzamelen al onze data, is dat wel zo fijn? Officieel moeten ze die na de handeling waar het om gaat, weggooien. Maar gebeurt dat wel, en hoe veilig is dat? Waarom moet je altijd en overal je data achterlaten, die zomaar gestolen kunnen worden, of misbruikt, of allebei? Dat is echt wel een schaduwzijde. En de grote Big Tech bedrijven profiteren hier enorm van. Ze zijn de overheden altijd een stap voor.
Infrastructuur moet goed zijn
In feite is internet weinig betrouwbaar als het om de bescherming van onze gegevens gaat. De hoge vlucht die internet de afgelopen 20 jaar heeft genomen, was niet te voorzien. We willen alle technologie voor het digitale identiteitsbewijs gebruiken, maar dan is het wel belangrijk om dat goed aan te pakken. Desnoods met een paar bypasses, om zo min mogelijk mensen achter te laten.
Dus de infrastructuur moet in elk land in orde zijn. Mensen die geen smartphone hebben, moeten weten waar ze terecht kunnen om hun zaken toch te regelen. We willen een wereldwijde digitale identiteit, maar de jurisdictie van elk land houdt bij de grens op. Dus moet die digi-identiteit daarboven hangen.
De belofte van die overkoepelende digitale identiteit moet worden gekoppeld aan de vraag hoe het zit met al die mensen die dreigen achter te blijven. Daar moeten we ons allemaal van bewust zijn. En we moeten ons dan afvragen, wat mag dat kosten om dat te regelen? Digitalisering is zó groot, je weet niet waar je moet beginnen. Dat alles met techniek is op te lossen, is niet meer waar.
Het heeft eeuwen geduurd voordat de persoonsregistratie helemaal goed was doorgevoerd. We leren gaandeweg. En het gaat lukken. Zoals zo veel ontwikkelingen goed zijn uitgepakt.